De Vliegwielcoalitie schoof dinsdag 16 maart aan bij het Platform Gezondheid, zorg en ICT van ECP. Een divers gezelschap van artsen, onderzoekers, zorgverzekeraars, kennisinstellingen en overheid ging in gesprek over telebegeleiding.

Op het programma stonden twee presentaties van ziekenhuizen over hun ervaringen met telebegeleiding. Longarts Eric van Thiel vertelde hoe het Albert Schweizer Ziekenhuis opnames van COVID-patiënten voorkomt en mensen eerder met ontslag laat gaan dankzij telemonitoring. Interventiecardioloog Douwe Atsma schetste zijn toekomstbeeld voor ketenzorg dat mogelijk wordt met gebruik van the Box.

Patricia Vlasman reflecteerde namens de Vliegwielcoalitie als ervaringsdeskundige op de presentaties. Innovatiemanager Menno Jansen van namens zorgverzekeraar CZ zette de ervaringsverhalen af tegen zijn dagelijkse inspanningen in de praktijk om opschaling en breder gebruik van telebegeleiding in de zorg te realiseren.

De zorg moet op de schop

“Veel zorg is laagcomplex en kan uitstekend rondom huis worden geregeld. Geen 1e-, 2e– en 3e-lijns zorg meer, maar netwerkzorg waarbij alle aanbieders zijn betrokken: van de huisarts en POH’er tot de thuiszorg, leefstijlspecialist en mantelzorger.” Dat is de droom van Douwe Atsma. LUMC ontwikkelde samen met Nell The Box waarin alle apparatuur zit die mensen nodig hebben om thuis te gaan meten. Voor controles hoeven zij dan niet meer naar de poli komen. De box is al bekend bij hartfalen en longaandoeningen, maar is binnenkort ook beschikbaar voor diabetes, nierfalen, ouderen, dermatologie en veel andere aandoeningen. In 2023 wil het LUMC 16.000 chronisch zieke patiënten met The Box willen laten thuismeten met als doel dat zij stabiel blijven en ziekenhuisopnames worden voorkomen.

Via telebegeleiding betrekt LUMC alle betrokken zorgverleners uit de keten samen: ziekenhuis, huisarts en/of thuiszorg. Via de metingen met de apparatuur in The Box krijgen patiënten meer kennis over hun lijf en ziekte, ze krijgen individuele coaching en begeleiding bij een gezonde leefstijl. Het is niet verplicht om te starten met telebegeleiding. Arts en patiënt beslissen samen of het bij iemand past.

Telemonitoring ook bij hoge risico-patiënt

“Door COVID ontstond er zoveel druk op de kliniek en SEH, dat we snel iets moesten doen”, vertelt longarts Eric van Thiel van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. “We hadden ervaring met telebegeleiding bij stabiele chronisch zieken. Het was echt spannend om dit in te zetten bij COVID-patiënten want deze groep patiënten loopt veel meer risico en er moet snel gehandeld kunnen worden op basis van de meet-uitslagen.” Het Albert Schweitzer Ziekenhuis begon daarom voorzichtig. De COVID-patiënt die voorbij de kritieke fase was, lieten ze eerder naar huis gaan met zuurstof en telebegeleiding. Dat ging goed, maar het verlichtte de druk op de kliniek niet genoeg. Nu voorkomen ze ook opnames door patiënten die op de SEH  komen te selecteren en hen met zuurstof en telebegeleiding naar huis te laten gaan.

“Het blijft een kwestie van heel goed selecteren, goed monitoren door verpleegkundig specialisten, frequent meten en op afstand bijsturen zodra het nodig is. Ook stellen we als voorwaarde dat patiënten goede mantelzorg hebben, wat soms lastig is omdat zij risico lopen om ook besmet te raken. Patiënten zijn enthousiast, zij willen graag naar huis en maken dankbaar gebruik van telebegeleiding.”

Hoe gaan we deze succesverhalen groots opschalen?

De grote vraag na deze positieve verhalen is waarom telebegeleiding zo lastig opschaalt. Menno Jansen, manager zorginnovatie bij CZ spreekt er dagelijks over met ziekenhuizen. Financiering wordt vaak onterecht als grote drempel gezien. Jansen benadrukt dat er regelingen zijn voor telebegeleiding en de tijdelijke regelingen zoals facultatieve prestatie en transformatiegelden zijn hiervoor ook bedoeld. Thuismonitoren kan ook laagdrempeliger door waar mogelijk bestaande apparatuur zoals smart watches en eigen data bijvoorbeeld uit het PGO in te zetten. Jansen benadrukt dat het goed is om in gesprek te blijven met elkaar en te zoeken naar waar de discussie nu echt over gaat. Goed uitzoeken wat de consequenties zijn voor de patiënt, de zorgaanbieder en de verzekeraar wanneer we deze zorgprocessen op een andere manier met elkaar gaan inrichten.

Patiënt is positief over telebegeleiding

Patricia Vlasman werkt voor de Vliegwielcoalitie, een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland. Ze is ervaringsdeskundige en heeft jarenlang ervaring met telebegeleiding. Zij ziet dat telebegeleiding bijdraagt aan de missie van de Patiëntenfederatie: meer mens, minder patiënt. Het thuismeten vond zij heel prettig, het grijpt minder in je leven in dan een ziekenhuisbezoek. Vlasman was zo gewend aan het thuismeten, dat zij dit na de harttransplantatie nog weleens mist. “Af en toe heb ik nog hartritmestoornissen, dan wil ik graag even een inzending doen. Die lifeline mis ik dan echt. Daarom zou het mooi zijn als patiënten er zelf om kunnen vragen, want het is vaak een mooie aanvulling en helpt preventief.”

Betrek omgeving patiënt

De mantelzorger ziet Vlasman als belangrijke randvoorwaarde bij telebegeleiding. Want therapietrouw is heel belangrijk: je moet je metingen regelmatig blijven doen, mensen moeten dit echt blijven volhouden. Het is heel belangrijk dat de mensen in de directe leefwereld de patiënt helpen om gemotiveerd te blijven.